“Op de juiste plek, het juiste moment, de juiste kennis krijgen, dát werkt het beste”

Jan de Wit (53), architect, Atelier architekt ir. J. De Wit

Jan de Wit bromt een beetje bij de term bij- en nascholing. En bromt nog wat harder bij die wettelijke verplichting van 16 uur. “Elke dag doe je nieuwe ervaringen op, elke dag leer je bij, elke ontmoeting betekent een uitwisseling van kennis”, zo zegt hij. “Dat kun je niet vatten onder bij- en nascholing en al helemaal niet in 16 uur.”

Jan de Wit is een eenpitter, zoals hij dat zelf noemt en kan daarom niet alles alleen. Hij werkt samen met constructeurs en met experts op allerhande gebied, zoals installatie adviseurs. “Ik werk voortdurend samen met experts die heel veel weten over een heel klein onderdeel”, vertelt hij. “Wij transformeren kantoorpanden tot appartementen en dat moet op een duurzame, hoogwaardige manier gebeuren. Op een manier die ervoor zorgt dat het pand waardevoller wordt en zijn waarde behoudt, ook over zo’n 10 jaar. Panden moeten nu voldoen aan een ‘label A’ op energiezuinigheid. Het is met dergelijke oude panden en projecten een hele toer om dat te bereiken. Daarvoor moet je de beste specialisten erbij betrekken. Een longarts laat je tenslotte ook geen knieoperatie doen.”

Jan ziet elk gesprek, vergadering, document als een kans om weer tot een nieuw inzicht te komen en iets bij te leren. Die houding is intrinsiek, hangt aan zijn liefde voor het vak. Dat is niet iets wat hij heeft hoeven leren. Een verplichting is al helemaal niet nodig. Die houding is er. Altijd. “Ik ga elke ontmoeting zo in, omdat ik ben gaan beseffen dat ik van dergelijke uitwisselingen nog veel meer kan leren dan in welke cursus dan ook. Als ik me openstel, vragen stel en scherp luister. Deze ervaringen zijn daardoor een constante vorm van bij- en nascholing.”

Grote kantoorpanden als die van de Van Lanschot Bankiers en de GGD/Brandweer in Den Bosch transformeren tot 65 appartementen en meer, en de eigentijdse kennis op het gebied van duurzaamheid en energie die daarbij komt kijken is belangrijk. Maar Jan de Wit staat even later net zo gulzig en gretig te luisteren naar een ‘college’ van 45 minuten van een restauratiestucadoor. Voordat hij het weet wordt hij meer dan een eeuw teruggeworpen in de tijd en leert hij het verschil te herkennen tussen decoratieve schouwelementen die met mallen van beenderlijm zijn gemaakt of van siliconen. En hoe hij daar rekening mee kan houden bij het weer zichtbaar maken van een oude schouw die verborgen zat. “Op de juiste plek, op het juiste moment, de juiste kennis krijgen, dat werkt het beste”, zegt Jan de Wit. “Dan is het relevant, dan kun je het aanraken en waarnemen en opslaan. De bevlogenheid van een collega professional is besmettelijk.”

Als architect dient het atelier van Jan de Wit jaarlijks zo’n vijftien projecten in bij een welstandscommissie en vijftien projecten moeten eerst langs een gemeente(raad) om een bouwvergunning te kunnen krijgen. “Dat zijn projecten waarbij bestemmingsplannen moeten worden gewijzigd, waarbij de vergunning zeer complex is”, legt hij uit. “Het gaat niet om simpele vergunninkjes. En we komen erdoor. Telkens voelt dat als een toetsing van je werk, als een beoordeling van de kwaliteit van je werk. Er zijn geen andere vakgebieden waar je zo vaak ‘examen’ moet doen als wij. Dan kun je niet een beetje gaan achteroverleunen, dan moet je wel bijblijven.”