Op 1 oktober 1988 trad de Wet op de architectentitel (WAT) in werking. Deze wet regelt een systeem van titelbescherming door de instelling van een architectenregister. Het systeem van titelbescherming houdt in dat alleen degene die als architect, stedenbouwkundige, tuin- en landschapsarchitect of interieurarchitect staat ingeschreven in het architectenregister, de betreffende titel mag voeren. Op 1 januari 2011 is de wijziging van de WAT in werking getreden.
In de Nadere Regeling is geregeld welke Nederlandse opleidingen kwalificeren voor inschrijving in het architectenregister.
In de Erkenningsregeling Beroepservaringperiode is de erkenning van aanbieders door Bureau Architectenregister geregeld.
In de Regeling Beroepservaringperiode is onder meer de inrichting, het niveau van kennis, inzicht en vaardigheden geregeld. Hierin staan de 24 eindtermen waaraan deelnemers moeten voldoen.
De WAT en de Regeling Beroepservaringperiode geven uitvoering aan de Europese Richtlijn voor automatische erkenning van beroepskwalificaties van architecten. In de artikelen 46, 47, 48 en 49 van deze richtlijn zijn de beroepskwalificaties neergelegd. Let op: de Richtlijn is dus niet van toepassing op de overige drie disciplines: stedenbouw, tuin- en landschap en interieur. In Annex V, onder 5.7.1, van de Richtlijn staat welke architectendiploma's en aanvullende getuigschriften recht geven op automatische erkenning. Daarnaast zijn er verdragen met Zwitserland, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein.
Bureau Architectenregister is de 'bevoegde autoriteit' in het kader van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties.