"Het gaat niet alleen om kennis maar vooral ook om je kunde"

Rob Aben (52), Rob Aben Landschapsarchitectuur

Wie aan bij- en nascholing denkt, denkt vooral aan het leren van nieuwe kennis. Bijblijven op het gebied van nieuwe ontwikkelingen. Het nieuwste van het nieuwste te weten komen. Landaschapsarchitect Rob Aben leert juist heel veel van tuinen en parken die 300 jaar geleden zijn aangelegd. “Ik bezoek graag de klassiekers”, zoals hij dat zelf noemt. “Ik houd ervan te onderzoeken hoe het komt dat een tuin of park 300 jaar later nog steeds zo goed ‘staat’. De know how van vroeger is ook anno 2020 heel waardevol. Je hoeft niet telkens het wiel opnieuw zelf uit te vinden als je de kern grondig bestudeert van een dergelijk ontwerp.”  Ieder jaar gaat Rob op een vierdaagse excursie naar het buitenland met bijvoorbeeld Stippel reizen en Stichting het Panorama waar klassiekers of juist recente projecten in bijvoorbeeld Frankrijk, Denmarken, Zwitserland worden bezocht. “Het is ook de uitwisseling met vakgenoten die het heel interessant maakt. De één bekijkt het vanuit een ruimtelijk perspectief, de ander vanuit materialen, de derde weer anders. Als je er samen doorheen loopt, leer je zelf ook weer met andere ogen kijken. Je kunt je dagenlang laven aan elkaars invalshoeken en dat neem ik weer mee naar huis. Je leert zo nòg integraler kijken. De bestemmingen zijn top of the bill, je bezoekt ook bureaus, gemeentes en projectontwikkelaars waar er tijd is voor goede gesprekken. Er vind een grote uitwisseling plaats”, zegt Rob. “Je komt terug vol inspiratie, nieuwe ideeën en een schat aan referentiebeelden die je later ook kunt gebruiken bij het presenteren van een ontwerp.”

No alternative text description for this image

Foto: Landschapsarchitect Rob Aben (grasbrug uit 1740 van Castle Howard in Groot-Brittannië).

“Toen ik afgestudeerd was in Wageningen, 28 jaar geleden, kon ik een tijd op mijn kennis bouwen. In het veld leer je vooral eerst die kennis toe te passen in de praktijk. Op een gegeven moment komt het besef dat je kennis niet meer toereikend is. Dat besef groeit met de tijd. Zo heb ik twee jaar geleden een 4-daagse beplantingscursus gedaan. Zeer nuttig. ’s Morgens kwam er een specialist presenteren over bomen, heesters of kruidenrijke grasmengsels. En ’s middags paste je dat direct toe in een ontwerp. Die combinatie was heel sterk. Wat zijn de gevolgen voor de keuze van jonge bomen? Plant je ze eerst dicht bij elkaar of zet je ze meteen op de ‘eindplek’? En waarom zou je voor het een of het ander kiezen? Hoe bespreek je dergelijke keuzes met een opdrachtgever? Hoe neem je belemmeringen weg in een gesprek met een gemeente die bedenkingen heeft bij kruidenrijke grasmengsels die je maar twee keer per jaar ‘moet’ maaien? Voor deze vragen was er ook ruimte, wat het een zeer compleet pakket maakte.”

“Bij- en nascholing zie ik als een cadeautje dat ik mezelf geef en beschouw het totaal niet als een ‘moetje’. Ik vind het belangrijk dat er meer aandacht aan wordt besteed. Die wettelijke verplichting is nauwelijks bekend onder vakgenoten en al helemaal niet onder opdrachtgevers. Ik vind dat de aandacht overigens veel op kennis zit als het gaat om bij- en nascholing. Ik zou dat breder willen trekken naar ‘kunde’. Kennis is daar een onderdeel van, maar het gaat veel verder in ons vak. Juist op het gebied van ontwerpen moet je jezelf bijspijkeren. Eigenlijk zouden we elke vijf jaar moeten worden gevraagd om een concrete ontwerpvraag op te lossen. Je proeve van bekwaamheid wordt nooit meer getoetst. Daar zit iets vreemds aan. Ik ben voor.”